door de jaren heen
Lees hier de uitgebreide geschiedenis van de Hope Chapel.
Geschiedenis van de Hope Chapel
Aanleiding
De oorsprong van de gemeente in de Hope Chapel ligt bij een baptistenkerk, de Town Meadows Chapel, baptistengemeente die in de stad Rochdale bijeenkwam. Negen leden van deze kerk werden uit het lidmaatschap gezet omdat ze de prediking van William Gadsby uit Manchester hadden bijgewoond, die al een invloedrijke predikant was binnen de Strict and Particular Baptist beweging. Samen met 6 andere bekeerlingen die op 24 mei 1809 door Mr. Gadsby in een rivier werden gedoopt in aanwezigheid van 2.000 getuigen, vormden deze 15 personen een kerk. Een van deze 6 bekeerlingen was een jonge man genaamd John Kershaw, die later bijna 53 jaar lang hun predikant zou worden. Op dezelfde gedenkwaardige dag beriepen ze ook John Warburton om hun voorganger te worden, hij accepteerde het beroep.
Opening Hope Chapel
In het begin had de gemeente geen eigen plek om samen te komen, maar ze kwamen samen in een boerderij en vervolgens in een oud schoollokaal. Maar zoals John Kershaw in zijn autobiografie vertelt, werd het schoollokaal binnen een paar maanden te klein voor de menigten die toestroomden om de prediking van het evangelie te horen uit de mond van Gods dienaar John Warburton. Daarom besloot de gemeente een kapel en een huis voor hun predikant te bouwen. De fundamenten van de kapel werden in 1810 gelegd, en het gebouw werd geopend in de Pinksterweek van 1811, toen William Gadsby een indrukwekkende preek hield vanuit de tekst: 'Ik zal het huis van Mijn heerlijkheid verheerlijken' (Jesaja 60 vers 7).
De oorspronkelijke kapel was slechts tweederde van de grootte van het huidige gebouw. Er zijn geen gegevens bewaard gebleven over het uiterlijk van de oorspronkelijke voorkant van de kapel, maar te oordelen naar de achtergevel, die dateert van het oorspronkelijke gebouw uit 1810, lijkt het erop dat de stijl niet veel verschilde van de huidige gevel uit 1848.
De naam 'Hope'
Toen er wegen werden aangelegd rondom de Hope Chapel, werd er een straat naar de kerk genoemd. Deze straat heet tot op de dag van vandaag: Hope Street. De naam Hope Chapel lijkt te zijn gekozen door de eerste leden, zoals John Warburton beschrijft in zijn autobiografie 'Weldadigheden van een Verbondsgod' (blz. 122-123):
"Het was waarlijk tot verwondering hoe de Heere een weg voor ons ontsloot; want wij waren zeer arme mensen. Maar o, hoe menigmaal ondervonden wij de waarheid van dit gedeelte van Gods Woord: 'De beesten op duizend bergen zijn Mijne' (Ps. 50:10). 'Mijn is het zilver en Mijn is het goud' (Hagg. 2:9). Want Hij opende de harten van het volk van verre en nabij om bij te dragen tot de oprichting van de Hope Chapel. Wij noemden ze Hope Chapel, want, zeiden wij, het was begonnen in hoop en voortgezet in hoop en dat met een hoop die niet beschaamd maakt. Dus noemden wij ze Hope Chapel. Door vele strikken en moeilijkheden heen kregen wij ten laatste de kerk klaar, maar met een niet onaanzienlijke schuld erop, die zwaar op onze schouders rustte”
Schuld
Op het moment van de bouw waren de materiaalkosten erg hoog en daarom waren de uiteindelijke kosten van de kapel en het huis enkele honderden ponden hoger dan de geschatte 1.100 pond. Oorspronkelijk was de kapel armoedig ingericht. Kershaw schreef in zijn memoires dat tot ongeveer 1820: "Het achterste deel van de kapel had geen echte kerkbanken, behalve de voorste bank, de rest bestond uit eenvoudige houten banken; de muren hadden ook maar één laag pleisterwerk, met de sporen van de troffel er nog op, en zagen er ruw en troosteloos uit". Dankzij gulle giften kon het gebouw later goed worden afgewerkt en werden er echte kerkbanken geplaatst. Helaas hebben we geen foto's van hoe het oorspronkelijke interieur van de kapel eruitzag.
John Kershaw
In april 1815 verliet John Warburton Rochdale omdat hij het beroep had aangenomen van een andere kerk in Trowbridge, Wiltshire. Maar al in 1814 was John Warburton ervan overtuigd geraakt dat God John Kershaw, het jonge lid van de Hope gemeente, riep tot de bediening van het Woord. Na het vertrek van John Warburton werd John Kershaw beroepen, en hij accepteerde het beroep. Hij begon zijn bediening in maart 1817 op de jeugdige leeftijd van 24 jaar. Deze voortreffelijke en zeer vruchtbare bediening, waarvan de genadevolle invloed zich tot ver buiten Rochdale uitstrekte, duurde bijna 53 jaar tot aan zijn dood in januari 1870.
Hope Chapel is in haar huidige vorm onlosmakelijk verbonden met de persoon van John Kershaw. Onder zijn langdurige bediening werd de kapel in 1848 vergroot. In de eerste jaren van zijn bediening maakte de gemeente zeer moeilijke tijden door. Het ledental was laag (20 personen) en de schuld van de kapel zwaar (er was nog 600 pond schuld over toen John Warburton in 1815 vertrok). De familie Kershaw leed ook onder grote armoede en had moeite om een groeiend gezin te voeden in een tijd van hoge voedselprijzen. Maar de Heere voorzag wonderbaarlijk voor hen en deze tijd van diepe beproeving was het middel dat God gebruikte om Kershaw te vernederen en hem voor te bereiden op de overvloedige zegen die op zijn bediening volgde. Velen sloten zich bij de kerk aan, de meesten door de doop nadat ze aan de gemeenteleden verslag hadden gedaan van de genadige omgang van de Heere met hun ziel, over hoe de Heilige Geest hen van de geestelijke dood naar het leven had gebracht, en door berouw en geloof in Jezus Christus en Dien gekruisigd, als hun enige hoop op redding.
Latere ontwikkelingen
Aan de voorkant van de Hope Chapel is er een begraafplaats, veel grafstenen zijn nog te zien. Zulke begraafplaatsen rondom soortgelijke gebedshuizen kwamen vaak voor. Vanwege een wet die bepaalde dat niet-confessionelen (degenen die zich niet aansloten bij de Anglicaanse staatskerk) hun doden niet mochten begraven op Anglicaanse begraafplaatsen.
Door de dood van John Kershaw in 1870 zat de gemeente van Hope Chapel zonder een geliefde voorganger. Helaas ontstonden er grote conflicten in de jaren die volgden. In 1874 werd Richard Lovesay aangesteld als voorganger. Zijn bediening duurde tot 1880, toen hij aftrad vanwege een slechte gezondheid. De gemeente zat toen zonder vaste voorganger tot 1884, toen Mr. Jabez Eddison tot het pastoraat werd geroepen. Hij werkte 30 jaar trouw en met zegen tot aan zijn dood in 1914.
Tijdens de bediening van de heer Eddison werden verschillende verbeteringen doorgevoerd. Het boekje dat ter gelegenheid van het eeuwfeest in 1910 werd uitgegeven, vermeldt dat: "In 1887, door de vrijgevigheid van mevrouw Mary-Ann Tweedale, werd de pastorie vergroot." Er werd een uitbouw van 3 verdiepingen aan het huis toegevoegd, met een nieuwe ingang naar het westen.
De foto hieronder toont de kapel en de uitgebouwde pastorie in ongeveer 1910. Deze foto toont ook de oorspronkelijke dubbele toegangsdeuren aan de voorkant van de kapel. Deze werden later dichtgemetseld en vervangen door de huidige centrale deur. Daarnaast werden er in 1895 herstelwerkzaamheden aan de kapel uitgevoerd, waaronder de herbouw van het pijporgel.
De andere foto hieronder toont het interieur van rond 1910.
Uitbreiding in 1848
In 1847 was de omvang van de gemeente zodanig toegenomen dat men besloot dat een vergroting van de kapel noodzakelijk was. In augustus 1848 was het werk voltooid en was het interieur van de kapel volledig heringericht, inclusief nieuwe kerkbanken, een preekstoel en een pijporgel. De oude kapel bood plaats aan 400 personen en het uitgebreide gebouw konden maar liefst 800 mensen plaatsnemen. Helaas is de architect die verantwoordelijk was voor het werk niet geregistreerd, maar het is duidelijk dat de inrichting van de hoogste kwaliteit is en enkele unieke kenmerken bevat. Ze zijn ook opmerkelijk intact.
De enige zichtbare verandering aan de binnenkant sinds deze datum zijn de houten schermen aan de voor- en achterkant van de kapel, die een achterlobby en de huidige stookruimte vormen. Dit werk lijkt kort na 1926 te zijn uitgevoerd, tijdens het predikantschap van de heer F.H. Wright.
De Hope Chapel heeft ook altijd een zondagsschool gehad, welke naast de kerk stond, en nog steeds staat. Echter zijn er nu appartementen in gekomen.
Op de tekening uit ca. 1855-1887 hieronder is deze zondaggschool duidelijk te zien. De andere foto toont de huidige situatie met links de oude zondagsschool, in het midden de oude pastorie en rechts de Chapel.
Hope Chapel in de 20 eeuw.
Na de dood van Jabez Eddison in 1914 werd Hope Chapel gediend door de volgende predikanten: J. D. Hunt (1916-1923), F. H. Wright (1926-1936), F. L. Rowell (1938-1955) en J. W. Marsden (1959-1970). Tijdens de bediening van de heer Wright werd de kapel volledig gerenoveerd. De laatste Baptisten-dominee van Hope, Mr. Howarth, stierf in 2002. Hierna bleef de gemeente samenkomen tot in 2019, toen er nog maar 3 leden over waren, de trieste beslissing werd genomen om te sluiten. De kapel en de pastorie werden vervolgens verkocht. De pastorie werd verbouwd tot appartementen.
De kapel werd in 2022 teruggekocht door een Engelse stichting waar Hope for England mee samenwerkt. Deze stichting heeft als doel om dit opmerkelijke historische gebouw te behouden en haar rijke geschiedenis en getuigenis aan een breder publiek bekend te maken. Tegelijkertijd ontstond het verlangen om de erediensten in het gebouw te hervatten tot eer van God, om het christelijke getuigenis van Hope Chapel in de stad Rochdale voort te zetten, dat tot de sluiting van de kapel in 2019 onafgebroken was geweest sinds 1810.
En de hoop
beschaamt niet...
Romeinen 5:5